Ik ben het Levende Brood dat uit de hemel is neergedaald
Lieve mensen,
Misschien kent u de spreuk uit het Rome van de keizers: Geef het volk brood en spelen. Wanneer soldaten terug kwamen van het front, dan werden ze ontvangen door de Romeinse bevolking en na een goede wasbeurt in één van de grote baden gingen ze naar het Colosseum waar ze werden getrakteerd op brood en spelen. Zo hield men de soldaten, maar ook de bevolking zelf rustig. Want met een volle maag en wat afleiding hield men het volk rustig en tevreden. En zo is het eigenlijk nog steeds. Ik heb sterk de indruk dat dit ook in onze huidige tijd het geval is. Hoe velen zijn er niet tevreden met brood en spelen in onze tijd, een tijd waarin mensen vooral bezig zijn met hun eigen natje en droogje, een mooi huis, een prachtige auto, het liefst twee, exotische vakantiereizen, geld, een mooie baan en natuurlijk aanzien. Een lekker mooi en lui leventje, waarbij je vooral geen zorgen maakt om de ander die het minder heeft. Nee geen bemoeienis met de vluchtelingen of asielzoekers, die eten allemaal uit onze rijk gevulde ruif, nee die pikken onze huizen in terwijl onze kinderen geen huis kunnen krijgen of kopen. Nee, we maken ons geen zorgen om degene die dat allemaal niet heeft, en we stellen ons daar zeker geen vragen bij. Nee grote levensvragen, daar waar het leven eigenlijk om draait, laten we buiten beschouwing. Een lekker Zwitserlevensgevoel, daar draait het vooral om in onze samenleving.
Maar daar ben je bij Jezus aan het verkeerde adres. Want Hij stelt de vraag, wat is levensgeluk? En zijn we nou eigenlijk wel gelukkig met het leven dat we leiden? Geluk is trouwens een erg broos begrip. Vandaag voel je je gelukkig, maar morgen komt er een kink en de kabel. Je wordt ernstig ziek, je verliest jouw mooie baan, je kan ineens sterven, en dan is het geluk voorbij. En we merken dat hoe welvarender we worden, individualistischer onze levenshouding, hoe minder gelovig we worden, hoe minder kerk-betrokken we zijn. Nee, zo zeiden onze ouders: Als er weer oorlog komt, dan raken de kerken weer vol.
En dan spreekt Jezus vandaag tot ons de woorden: Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald. Dit spreekt Hij tot al die mensen die geen aandacht schenken aan de eigenlijke levensvragen en die zich niet verdiepen en bezinnen op hun eigen leven dat ze leiden. Wie Mijn Brood eet zal leven in eeuwigheid. Daarmee bedoelt hij natuurlijk niet het brood dat onze bakker elke bakt. Het brood wat maar tijdelijk onze magen vult en eigenlijk niet onze levensvragen vult. Nee dat is kortstondige voeding.Nee Hij bedoelt het symbolisch, het gaat om het woord dat Hij spreekt. Wie mijn woorden ter harte neemt, die heeft kans op eeuwig leven. Al het andere is maar kortstondig, oppervlakkig. Het is de waan van de dag. Het gaat om datgene wat ons leven echt inhoudt, wat ons ten diepste gelukkig maakt.
Wat dat Brood is, dat liet Jezus ons zien tijdens zijn leven, een leven vol compassie voor de ander, betrokkenheid voor de arme, de hongerige, zich bekommerend om de minste mens. Daar gaat het om in het leven van alledag. Je niet eerst bekommeren om jezelf, maar juist je richten op het welzijn van de ander. Daar waar mensen niet op de eerste plaats voor zichzelf leven, voor hun eigen geluk, maar juist gericht zijn op de ander, daar waar mededogen en vergeving wordt geschonken, daar leven we volgens het Woord van Jezus, daar worden zijn woorden vlees en bloed in ons. Daar waar het echt en waarachtig leven wordt geleefd, daar komen we pas in de buurt van het “goede leven”.
Juist tegen allen die alleen maar lekkere honger hebben, die alleen horen wat ze graag willen horen, en die zich voeden met oppervlakkigheid, tegen hen en tegen ons zegt Jezus: Ik ben het ware Brood, het echte brood des levens. In deze tijd waarin we vaak gevoed en vaak ook overvoed worden met waardeloze kost zegt Jezus: Ik ben het ware brood, dat uit de hemel is neergedaald en eeuwig leven belooft. Mogen wij allen Zijn voorbeeld volgen en zo levensbrood zijn voor elkaar. Amen.
Lattrop/ Ootmarsum 17/18 augustus 2024, Pastor Jan Kerkhof Jonkman