Tussen Pasen en Pinksteren
Lieve mensen,
We bevinden ons in een vacuümtijd, de tijd tussen Pasen en Pinksteren. De leerlingen weten er niet goed raad mee, De Heer is ten Hemel gevaren, Hij heeft hen verlaten en welke kant moeten we nu uit? Hoe moeten we het aanpakken? Ze weten het niet echt. Alle zekerheid dat Jezus in hun midden was is definitief voorbij, Hij waakte over hen en zette hen in het goede spoor. Maar nu: hoe moet het verder.
Het lijkt wel op het verlies van een belangrijke persoon in ons leven, waar we naar opkeken, waar we een voorbeeld aan namen, b.v. een jonge vader, die plotseling sterft, terwijl hij nog lang niet klaar was met zijn opdracht. Of een jonge moeder die door een ongeneeslijke ziekte haar gezin, waar zij de spil was en waar alle som draaide, moet loslaten. Hoe gaat het verder met de kinderen? Komen ze wel goed terecht? Krijgt de achtergebleven echtgenoot wel de juiste ondersteuning? Je voelt je dan vreselijk onthand, in de steek gelaten.
Waar moet dat heen, maar je moet verder, het leven gaat door.
Datzelfde moeten ook de apostelen hebben gedacht na de hemelvaart van Jezus. Eerst moet het gemis worden opgevangen van Judas, die Jezus heeft verraden. Het liefst zou dat moeten gebeuren met iemand die Jezus persoonlijk heeft gekend. Dat gebeurt heel zorgvuldig met gebed, waarna er wordt geloot tussen twee personen. Uiteindelijk valt het lot op Matthias en zo is de groep weer compleet, nou ja compleet, Jezus is er in elk geval niet meer bij. Die grote inspiratiebron is dus weg. Ze wachten op de Geest die over hen zal worden uitgestort, die Geest die hen weer op weg zal helpen vorm te geven aan waar Jezus voor stond.
En zitten wij als kerk ook niet in zo’n situatie? Veel bestuurders en pastores van parochies moeten toch ook zulke gevoelens van ontreddering hebben, nu velen de oude kerk de rug toekeren, nu het oude parochieleven, dat structuur gaf aan het leven van gelovigen er niet meer is? Nu men zelfs geen eigen pastor meer heeft en met het vaak moet stellen zonder gewijde voorgangers. En zeker ook wanneer geloofsgemeenschappen het zonder de vertrouwde kerk moeten doen. Welke kant gaat dit op nu de vertrouwde kaders allemaal lijken weg te vallen? Maar het is goed om te beseffen dat wij niet de eersten zijn die dit overkomt, als het gaat om het gevoel van onthand zijn. Moeten ook wij, net als de apostelen niet vertrouwen op de Heilige Geest, onze Helper. Hij is toch ons aller Helper, die ons weer tot nieuwe wegen kan inspireren?
We hoeven niet te rekenen op massale priesterroepingen, die tijd lijkt voorbij. En wanneer wij als pastoraal team straks met emeritaat zijn, komt er geen nieuwe die deze taak overneemt. En misschien is dat ook niet erg want de Middeleeuwse ambtsopvatting zoals wij die vanaf de Middeleeuwen kennen heeft zijn beste tijd gehad. Misschien moeten we de kerk, zoals eens een bisschop zei, dat we de kerk zouden moeten teruggeven aan de parochianen. Je hoeft daarbij niet meteen staan te juichen, maar aan de andere kant hoef je ook niet bij de pakken neer te gaan zitten. Want waarom kunnen de gelovigen als niet gewijden het onvoorstelbaar belangrijk vinden dat het verhaal van Jezus met huid en haar wordt doorverteld? En het daardoor voor henzelf en anderen zo levendig mogelijk houden?
Ook niet-gewijde gelovigen kunnen samen komen om Jezus’ leven te vieren en er de nodige inspiratie aan opdoen. En misschien doet zich dan uiteindelijk de situatie zich voor dat vanuit de basis weer mensen worden geroepen om de handen opgelegd te krijgen van de bisschop. Maar zover is de situatie nog niet en zolang dat nog niet kan en mag, zullen we moeten volhouden om Jezus levensverhaal aan elkaar te vertellen en elkaar moeten blijven inspireren. Laten wij de moed niet verliezen, maar vol vertrouwen de tijd afwachten waarop de Heilige Geest ons weer tot nieuwe wegen zal leiden. Laten we in deze richting doorgaan, het vol houden als niet-gewijden, maar in elk geval wel als toegewijde gelovigen. Amen. Beuningen, 12 mei 2025, Pastor Jan Kerkhof Jonkman