MARIA HEMELVAART

29 juli 2024 | Rubriek

Beste mensen,

Graag wil ik met jullie twee uitspraken delen, die de hervormer Maarten Luther aangaf in zijn commentaar op het Magnificat (Lofzang van Maria) Lc.1,46-56. Dit is de evangelietekst, die gelezen wordt op het feest Maria Hemelvaart.

Hij ziet Maria in de ontmoeting tussen God en de wereld als “een vriendelijke herberg “en als een “vrouw, die bereid is gastvrouw voor God te zijn “.

Als zij “een vriendelijke herberg “ is, dan dienen we dunkt me onwillekeurig te denken aan de herberg uit het geboorteverhaal van Jezus : er was geen plaats voor Maria en Jozef. We mogen Maria juist zien : dat er bij haar altijd plaats en ruimte is voor mensen, wie ze ook zijn, wat ze ook meedragen, wat hun aard en levensomstandigheden ook zijn. In vele kerken, kapellen en bedevaartsplaatsen zijn duizenden kaarslichtjes dagelijks als een stil gebed, dat door de voorspraak van Maria door Jezus gehoord wordt.

En “Maria als een vrouw, die bereid is gastvrouw voor God te zijn”, mogen we dunkt mij dan zo zien: dat zij als eerste mens plaats had voor God. Hij is opnieuw gast in ons mensenbestaan, waaruit Hij zolang afwezig geweest leek te zijn.

Zo kon het verbond met de mens in Jezus voorgoed geboren worden. Daarvoor mogen we God danken, maar ook Maria, die in feite zichzelf gaf omwille van de geboorte van het Rijk van God op aarde. Maria blijft die bijzondere vrouw in wie God en mensen elkaar kunnen ontmoeten. Zij is als het ware de werkplaats waarin God werkt, en God en Zijn werk dienen we in haar te eren en te loven.

Mogen wij kerk zijn (gelovige gemeenschap zijn) naar het voorbeeld van Maria : positief bereid, gastvrij, een vriendelijke herberg. Dat wens ik ons allen van harte toe.

Pastoor Theo H.P. Munsterhuis