Het was eind augustus, nog volop zomer. Zoals elk jaar is er ook dit jaar weer een grote groep pelgrims uit Noord Oost Twente op reis gegaan naar Kevelaer. De wandelaars en fietsers waren al eerder in de week op pad gegaan, wij zijn op vrijdagmorgen in alle vroegte met de bus vanuit Tilligte vertrokken. Voor velen is Kevelaer een jaarlijks terugkerende bedevaart, voor mij was het de eerste keer. Ik hoopte te mogen ontdekken wat het is dat mensen naar Kevelaer doet gaan, sommigen al tientallen keren. Ergens onderweg realiseerde ik me dat ik door naar Kevelaer te gaan ik in de voetsporen van mijn oma stapte. Ze ging graag naar Kevelaer en ze is er vaak geweest. Helaas kan ik haar niet meer vragen waarom ze er zo graag naar toe ging en wat Kevelaer voor haar betekend heeft. Misschien was Kevelaer voor haar zoals ik het heb ervaren: een plek waar we uit verschillende steden en dorpen samen komen om ons in geloof met elkaar verbonden te voelen. Een plek waar Maria ons ontvangt en haar grote mantel van liefde om ons heen slaat. Een plek waar lief en leed, waar alles wat er in ons leeft, mag zijn en omarmd wordt door haar, “Troosteres van de bedroefden”. Een plek van geborgenheid, en dat al eeuwenlang. Zo heb ik Kevelaer ervaren, mijn oma en vele anderen misschien ook. Deze plek waar we ons in de liefde van Maria geborgen mogen weten geeft mensen rust. Dat is wat ik vele pelgrims heb horen zeggen, dat het hen rust geeft. Innerlijke rust, waardoor je weer verder kunt met je leven. Wat het leven je ook brengt. Zo heb ook ik Kevelaer ervaren, een plek die mijn geloof heeft verdiept. Het was een voorrecht om er te mogen zijn. Een plek om te koesteren. José van den Bosch PW