Effata Stel me niet teleur
Lieve mensen,
Misschien u het liedje: Don’t let me down.. een prachtig lied van de Beatles waar op hartverscheurende wijze wordt gezongen over het hartzeer, de pijn wanneer je door je geliefde in de steek wordt gelaten. Vele liefdesliedjes gaan daarover, de angst in de steek gelaten te worden. De angst die ook velen kennen in onze samenleving, waar je er bij moet horen, anders tel je niet mee. Als kind al voel je dat, wanneer jouw moeder je naar bed brengt, na het verhaaltje de lamp uitdoet en de deur sluit. Dan kun je als kind het gevoel krijgen dat je alleen achter gelaten wordt. Maar om je kind gerust te stellen voeg je er als ouder aan toe: Mama, papa, laat je niet alleen, we blijven thuis en morgen komen we je weer ophalen.
Ook wanneer je op bezoek bent bij een zieke kan je dat overkomen. Hij of zij moet maar afwachten of je weer terug komt. Vaak hoor je ze dan ook zeggen: Kom je nog eens terug? Stel me niet teleur, laat me niet alleen, Don’t let me down. Laat me hier niet in mijn eentje het leed en de pijn dragen. Soms zeggen ze wel eens: gezonde mensen hebben vele wensen, maar een zieke maar één, n.l. om weer beter te worden, maar vooral ook de wens om niet alleen gelaten te worden, want dat doet nog meer pijn.
Als je ziek bent, dan raak je nog meer geïsoleerd. Je hoort niet meer wat er in de wereld om je heen gebeurt, wat zich er afspeelt. Je kan er doofstom door geraken, je totaal afsluiten van de wereld. Je voelt je in de steek gelaten, je hoort het niet meer, het lijkt alsof je geen woorden meer hebt om te spreken.
Don’t let me down.
Jezus probeert in het Evangelie de mens niet in de steek te laten. Hij wil hem juist uit zijn eenzaamheid halen. Omstanders vragen om deze man de handen op te leggen. Maar dat doet Hij niet. De handen opleggen is een gebaar van bescherming en zegening, nee Hij neemt de man apart, los van de menigte. Hij maakt Hem als het ware lijfelijk los uit de kakafonie van de grote mensenwereld. De wereld waardoor hij zich geestelijk met zijn doofheid voelt afgesloten, omdat hij misschien liever in de stilte woont, dan in de harde woorden van de mensenwereld. Alsof Jezus zeggen wil: hier is het veilig hier zijn wij met z’n tweeën, hier hebben we met niemand iets te maken. Alleen zo kan deze mens tot zichzelf komen.
Dan prikt Jezus als het ware de oren van de man open, alsof Hij voorzichtig naar een doorgang tast. Vervolgens brengt Hij speeksel van zijn eigen spraakorgaan over op de tong van de man, want met een droge mond kun je niet praten. Dat doet de man goed. En vervolgens sloeg Hij zijn ogen ten hemel, want de hemel is de bron waaraan Hij zich laaft. Dan zegt Hij : “Effata”, ga open, en de man kan weer spreken. Hij is uit zijn isolement gekomen, hij is weer bevrijd, hij mag weer deelnemen aan het leven.
Effata, ga open, dat zegt Jezus ook vandaag tegen ons, Ga open, stel je open voor de liefde van God, voor Zijn Woord van bevrijding. Stel je open voor de genade die Hij jou ook schenkt. Stel je open voor de genade die jou tegemoet komt van jouw medemens.
Don’t let me down. Stel me niet teleur . Zijn dat ook niet velen onder ons die daar bang voor zijn, verlatingsangst, bang om geïsoleerd te geraken?
Zijn er in onze huidige tijd niet veel mensen die niet meer kunnen spreken over het geloof? Mensen die onze kerk hebben verlaten, die doof geworden zijn voor de bevrijdende en liefdevolle boodschap van het Evangelie? Nee, zij spreken niet meer over hun geloof dat heeft afgedaan. Zij geloven niet meer in de genade van de hemel en draaien maar rond in hun eigen leefwereld, hun eigen bubbel, waarin het draait om kortstondig geluk en welvaart. En laten wij ook zelf niet velen geïsoleerd achter? Vluchtelingen asielzoekers, mensen in de bijstandsmoeder, alleenstaanden, zieken en gehandicapten, de gebroken mensen?
Ook zij hebben recht op genade, op zorg, op mededogen, op aandacht van ons.
Tegen hen mogen ook wij roepen: Effata, ga open, ga leven. Vaak zien we dat onze aandacht, onze zorg, ons mededogen met hen helpt, dat er weer een ander perspectief komt.
En je hoeft het niet van de daken te schreeuwen, dat mocht de man ook niet van Jezus. Onze goedheid, onze naastenliefde, ons geloof heeft geen reclamespot nodig en ook geen bewijs. We hoeven niemand te overtuigen met woorden. God weet wel wat er in het verborgene gebeurt.
Effata, ga open! Laten ook wij opengaan en gaan bloeien zoals God zijn schepping heeft gewild. Amen.
Pastor Jan Kerkhof Jonkman